Stad Gent verkent in het STAM coöperatieve huisvesting voor studenten


Op donderdag 2 oktober wordt het STAM – Stadsmuseum Gent het toneel van een bijzondere gespreksavond rond coöperatieve studentenhuisvesting. Met sprekers Elisa Romeu van Collegium Academicum in Heidelberg en de Duitse architectuurhistorica Anne Kockelkorn (UGent) krijgt het debat meteen een brede en internationale insteek. Maar ook de lokale invalshoek komt uitgebreid aan bod. Mede dankzij Liesbet van Loo, die bij de Dienst Wonen van Stad Gent het beleid rond studentenhuisvesting coördineert en het initiatief mee trekt. Zij volgt al jaren de evoluties op de Gentse kotmarkt en ziet in coöperatieve woonvormen een kans om betaalbaarheid en gemeenschapsvorming te versterken.

In Gent studeren vandaag zo’n 89.000 studenten, van wie bijna de helft op kot zit. “Ongeveer 47 % huurt een studentenkamer, maar zo’n 11.500 studenten wonen in gewone gezinswoningen,” vertelt Liesbet van Loo. Dat is een probleem, want studenten die zich op de reguliere woonmarkt begeven, drijven de huur- en koopprijzen op. “Drie studenten die elk 400 euro per maand betalen, kunnen samen een veel hoger bedrag neerleggen dan een jong gezin met één inkomen. Daardoor wordt het voor starters en gezinnen steeds moeilijker om een betaalbare woning te vinden.”

Om die reden stimuleert de stad al sinds 2010 grootschalige private studentenhuisvesting met minstens 50 kamers. Dat beleid leverde de voorbije vijftien jaar een reeks nieuwe complexen op, maar toch blijft de nood aan betaalbare koten groot. “Elk jaar geven studenten in onze bevraging aan dat de huurprijzen veel te hoog zijn,” zegt van Loo. “Meer aanbod is nodig, maar vooral ook meer betaalbaar aanbod. Want zolang studenten geen alternatieven vinden, blijven ze een sterke concurrent voor gezinnen en starters op de woonmarkt.”

Coöperatief model als nieuw spoor

De zoektocht naar nieuwe woonvormen bracht Stad Gent de voorbije jaren in contact met het coöperatieve model. “We zien dat studenten niet alleen betaalbaarheid zoeken, maar ook een sociaal aspect: het samenwonen met vrienden. Dat vinden ze niet altijd in de klassieke studentencomplexen,” legt van Loo uit. “Een studentenhuisvestingscoöperatie zou een antwoord kunnen bieden op beide noden. Het gaat niet om een vervanging van bestaande projecten, maar wel om een aanvulling die een ander publiek kan aanspreken.”

Ook collectief beheer staat hoog op de agenda. Meer en meer verkopen ontwikkelaars van studentenhuisvesting de kamers per stuk, wat leidt tot versnipperd eigenaarschap en moeizaam beheer. Pogingen van de stad om dat te verbieden, sneuvelden bij de Raad van State. “We willen nu opleggen dat er minstens één gemeenschappelijk beheer moet zijn,” zegt van Loo. “Dat maakt een coöperatief model extra interessant, omdat het beheer daar per definitie gedeeld en democratisch georganiseerd is.”

Inspiratie uit Genève en Heidelberg

Gent kijkt ter inspiratie nadrukkelijk over de grenzen. De coöperatie La Ciguë in Genève was een eyeopener. “Daar wonen tientallen studenten samen in coöperatief beheerde appartementen. Bij ons laten de bouwvoorschriften dat ook toe, maar private ontwikkelaars bouwen die collectieve flats voor meerdere studenten nauwelijks,” aldus van Loo. “Ze verkiezen nog steeds de klassieke gang met individuele kamers, verdieping na verdieping. Terwijl de voorbeelden uit het buitenland tonen dat er alternatieven zijn die niet alleen betaalbaar, maar ook sociaal rijker zijn.”

Ook het Collegium Academicum in Heidelberg wekt bewondering bij van Loo. Studenten bouwden er zelf een grootschalig houten complex met 176 kamers, volledig in eigen beheer en tegen kostprijs. “Dat project toont dat je als studenten niet klein hoeft te denken,” zegt van Loo. “Hopelijk wekt hun verhaal hier dezelfde drive: als zij het kunnen, waarom wij niet? Maar zelfs als we de schaal niet meteen kunnen evenaren, kunnen we kleinschalig starten met een eerste pand.”

Stad als facilitator, niet als bouwheer

Voor Gent is het samenbrengen van partners de eerste stap. “We willen studenten, hogeronderwijsinstellingen, andere studentensteden en de Vlaamse overheid informeren en inspireren,” legt van Loo uit. “Het is niet de bedoeling dat de stad zelf een coöperatie opricht. Zo werkt het in het buitenland ook niet. Maar we kunnen wel het proces ondersteunen, met kennis, juridische begeleiding of eventueel financiële stimuli.”

De stad ziet ook een rol weggelegd voor universiteiten en hogescholen, die via hun subsidies voor studentenvoorzieningen een sleutelpositie innemen. “Historisch bouwden zij eigen residenties en homes. Vandaag experimenteren ze opnieuw: soms bouwen ze zelf, soms huren ze in bij private ontwikkelaars. Het zou mooi zijn als ze ook het coöperatieve model opnemen. Zo kunnen ze tegelijk investeren in betaalbaarheid en in een duurzaam gemeenschapsmodel.”

De gespreksavond ‘Kansen en uitdagingen van studentenhuisvestingscoöperaties’ vindt plaats op donderdag 2 oktober om 19.00 uur in de abdijrefter van het STAM – Stadsmuseum Gent. Inschrijven is gratis en kan via de website van het STAM.

Foto: coöperatief studentenhuisvestingsproject Les Ouches in Genève © La Ciguë