waarom?

Betaalbaar wonen

In een wooncoöperatie willen de bewoners zo betaalbaar en kwalitatief mogelijk wonen. Dit vormt een belangrijke drijfveer om een wooncoöperatie op te richten, maar vraagt tegelijk enige nuance. Betaalbaar wonen betekent niet noodzakelijk huren aan bodemprijzen, maar wel aan ‘faire’ prijzen in een kwalitatief en aantrekkelijk woonproject.

Een wooncoöperatie biedt wonen ‘tegen kostprijs’ aan. Ze berekent de huurprijs van een woning op basis van de bouwkosten en de hypotheekleningen, de beheerskosten van het gebouw, toekomstige renovaties, enzovoort. Hoe lager de kosten, hoe lager de huur kan zijn. Maar zeker bij de opstart van een coöperatief woonproject liggen de kosten niet lager dan voor andere, meer ‘klassieke’ bouwprojecten. Lees meer

 


Kwalitatief en duurzaam wonen

De coöperatieve vennootschap is eigenaar van de woongebouwen en staat in voor het beheer en het onderhoud. De coöperatie heeft er alle belang bij dat het gebouw degelijk en duurzaam gebouwd is, gemakkelijk te onderhouden is en de tand des tijds kan doorstaan. Een wooncoöperatie zal daarom kiezen voor duurzame materialen en technieken die jaren meegaan. Ze moet denken op lange termijn. 

Als coöperant-bewoner ben je als het ware ‘ontzorgd’. Als het dak lekt of de ramen vervangen moeten worden, zorgt de coöperatie voor de reparatie door een professioneel team. Dagelijkse en onverwachte kosten worden gedekt door een renovatie- en beheerfonds waar iedereen via de huur aan bijdraagt. Lees meer


Diversiteit aan woningtypes

In de huidige vastgoedmarkt in Vlaanderen bieden projectontwikkelaars vooral standaard woningtypes aan, zoals de klassieke gezinswoning of het tweekamerappartement. Toch kent onze samenleving een steeds grotere nood aan meer diverse woonvormen: woningen voor grote en kleine gezinnen, voor alleenstaanden, voor nieuw samengestelde gezinnen, voor families met inwonende zorgbehoevenden of ouders, woningen met kantoren of ateliers of collectieve woonvormen zoals cohousing. Het klassieke kerngezin met twee kinderen is lang niet meer de dominante samenlevingsvorm.

Wooncoöperaties kunnen een antwoord bieden op die vraag naar meer diversiteit. In Vlaanderen zijn wooncoöperaties nog een pril fenomeen. De ‘early adopters’ zijn veelal cohousinggroepen. Het coöperatieve model is nu eenmaal erg geschikt voor het beheer van collectieve delen, in tegenstelling tot de veeleer stroeve ‘vereniging van mede-eigenaars’ (VME). In het buitenland, en dan vooral in Duitsland en Zwitserland, waar het coöperatieve model sterk ingeburgerd is, bieden wooncoöperaties een mix aan van klassieke appartementen en meer collectieve woonvormen. Ook in Vlaanderen kunnen wooncoöperaties een instrument zijn om een steeds breder palet aan woonbehoeften te dekken.


Flexibel wonen

Wanneer de Vlaming een huis koopt, is dat vaak voor het leven. Maar in de loop van een mensenleven veranderen je woonnoden. Een verandering van inkomen, werkplaats, gezinssituatie of zorgnood vraagt vaak om een aangepaste of nieuwe woning. 

Wooncoöperaties met een groot aanbod aan woningen kunnen ervoor zorgen dat bewoners binnen de coöperatie kunnen verhuizen in functie van hun wisselende noden. In de grotere wooncoöperaties in het buitenland bepaalt de gezinsgrootte de omvang van de woning die je kan betrekken. Wanneer je gezin uitbreidt, kan je aanspraak maken op een grotere woning. In het omgekeerde geval verwacht men een verhuis naar een kleinere unit. Lees meer


Beheer van appartementsgebouwen

Het particuliere eigenaarschap is het dominante woonmodel in Vlaanderen. In het geval van vrijstaande woningen, halfopen bebouwingen of rijwoningen op een eigen kavel is het individuele eigenaarschap een voor de hand liggend, goed gekend en eenvoudig model. Vlaanderen staat vandaag echter op een keerpunt. Er worden voor het eerst meer groepswoningen of appartementen gebouwd dan zogenaamde ‘grondgebonden’ woningen. 

In het geval van een appartementsgebouw, een cluster van woningen rond een gemeenschappelijke tuin of een cohousingproject betekent dit dat de bewoners een ‘vereniging van mede-eigenaars’ (VME) moeten vormen. Zij moeten gezamenlijk beslissen over het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke delen zoals tuin, kelder, trap, inkomhal, gang, dakbedekking en gevels. Het mede-eigenaarschap leidt vaak tot moeilijke discussies tussen de eigenaars, zeker als er grote investeringen mee gepaard gaan. Lees meer


Collectieve aanpak van wijken

Het individuele eigenaarschap heeft ook in woonwijken geleid tot een sterke versnippering van ruimte en eigendom. Elke stad of dorp, elke wijk, elke straat is ‘verkaveld’ in vele kleine particuliere eigendommen. Deze versnipperde eigendomsstructuur maakt het moeilijk om na veertig of vijftig jaar een grote renovatie of herwaardering van een woonwijk of stedelijke buurt door te voeren. In het bijzonder geldt dit voor woningeigenaars van een tuinwijk of een mijncité, die vroeger ooit vanuit een gemeenschappelijke visie zijn opgericht en beheerd. Doorheen de jaren heeft iedereen zijn huis naar eigen goeddunken verbouwd en gerenoveerd, zodat ook hier de architecturale waarde verloren is gegaan. 

In een coöperatieve woonwijk blijft de coöperatieve vennootschap aan zet. Een collectief renovatieproject is er veel eenvoudiger te realiseren. In sommige verouderde wijken met afgeleefde gebouwen lijkt de keuze tussen renovatie van elke woning of vervangingsbouw snel gemaakt. Lees meer


Gezinsvriendelijk wonen

Wooncoöperaties willen in de eerste plaats betaalbare en kwalitatieve woningen aanbieden. Sommige coöperaties richten zich op specifieke doelgroepen. In Zürich bijvoorbeeld, zijn een groot deel van de coöperatieve woonprojecten ontworpen voor grote gezinnen met kinderen. De coöperaties bouwen er woonwijken met autovrije straten en veel buitenspeelruimte. Ook de individuele woningen en appartementen zijn kindvriendelijk ontworpen, met een ruime inkomhal, aangename private buitenruimtes, veel bergruimte en voldoende afsluitbare kinderslaapkamers. Deze nieuwe typologie van het ‘gezinsappartement’ heeft in Vlaanderen nog maar weinig ingang gevonden. Grotere appartementen zijn in ons klassieke projectontwikkelingsmodel moeilijk verkoopbaar, want heel duur. Ze zouden echter een goed instrument kunnen zijn om de stadsvlucht van gezinnen met kinderen te kenteren. 


Meer dan wonen

Een wooncoöperatie biedt in de eerste plaats goed wonen aan, maar niets staat de coöperatie in de weg om haar doelen te verruimen. Wooncoöperaties kunnen bijvoorbeeld ook deelmobiliteit zoals fietsen of cargofietsen en heel wat andere diensten en voorzieningen voor bewoners en de buurt integreren in het project. Grotere wooncoöperaties die grote woongebouwen of zelfs hele woonwijken beheren, genieten van een ‘schaalvoordeel’. Ze kunnen kwaliteitsvolle diensten aanbieden die vaak onhaalbaar zijn voor een individueel huishouden, zoals duurzame vormen van energie-, warmte- en watervoorziening. Sommige woonprojecten bieden collectieve ruimtes aan, zoals een polyvalente zaal, een feestruimte, een gedeelde tuin, een was- of vriesruimte, een atelier, een speel- of sportruimte, een fietsenberging of een bibliotheek.


Kansen voor erfgoed

Er waait een nieuwe wind door het erfgoedbeleid in Vlaanderen. Hergebruik en herbestemming worden meer en meer beschouwd als een duurzame manier om waardevol erfgoed te bewaren voor de toekomst. Oude kloosters, begijnhoven, scholen, kastelen, fabrieken en hier en daar zelfs een kerk, krijgen een nieuwe bestemming als woonproject. 

De oude panden werden voordien beheerd door één eigenaar, zoals een rijke familie, een kloosterorde, een kerkfabriek, een lokale overheid of een bedrijf.Wanneer beslist wordt om het historische gebouw een nieuwe bestemming te geven als een klassiek woonproject, wordt het pand doorgaans verdeeld in allemaal kleine eigendommen. Dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het geheel. Men moet dan noodgedwongen zoeken naar creatieve oplossingen voor het beheer van collectieve delen van de gebouwen en het domein.

Een coöperatieve aanpak lijkt hier aangewezen. Een wooncoöperatie blijft immers eigenaar van het erfgoed in zijn groter geheel. Er stelt zich geen discussie over het beheer van de gemeenschappelijke delen in mede-eigendom. Evenmin zijn er lastige ‘verkavelingen’ van het erfgoed nodig. 


Nieuwe perspectieven voor zorgwonen

De wooncoöperatie kan een interessant vehikel zijn om kleinschalige woonzorgprojecten te realiseren. In Vlaanderen is wooncoöperatie Oak Tree Projects een voorloper. De coöperatie realiseert woonhuizen voor vier tot vijf mensen met een beperking, die telkens mee gefinancierd worden door de achterban van de bewoners. De bewoners kunnen ook zelf investeren als coöperant en zijn betrokken bij het beheer van het pand. De zorg voor de bewoners wordt niet binnen de coöperatie georganiseerd, maar wordt gevonden bij lokale zorgverleners op maat van ieders behoefte. Lees meer