Nieuwe publicatie toont hoe coöperatief wonen stedelijke kloof kan overbruggen


Cooperative Housing International (CHI) heeft meegewerkt aan het jongste nummer van COOP Dialogue, getiteld Cooperative Housing: Bridging the Urban Divide. Het themanummer, uitgegeven door de International Cooperative Alliance Asia and Pacific (ICA-AP), onderzoekt hoe wooncoöperaties wereldwijd concrete antwoorden bieden op de uitdagingen van groeiende steden. De publicatie combineert een brede internationale blik met lokale verhalen en beleidsinzichten, die samen laten zien hoe coöperatief wonen in veel contexten niet langer een nicheoplossing is, maar een bewezen model met maatschappelijke impact.

Naast een globaal overzicht van de invloed van wooncoöperaties, bevat het nummer voorbeelden uit onder meer India, Japan, Jordanië, Australië, Saudi-Arabië, Indonesië en Sri Lanka. In al deze landen zetten bewonersgroepen zich in om samen betaalbare, inclusieve en duurzame woonomgevingen te creëren. De verzamelde verhalen illustreren hoe veerkracht, zelforganisatie en solidariteit ook in uitdagende omstandigheden het verschil maken. Europa komt uitgebreid aan bod, met cases uit Oostenrijk, Zwitserland en Denemarken die inspireren door hun schaal en beleidsverankering.

Lokale antwoorden op mondiale problemen

Een van de meest indringende verhalen komt uit India, waar tienduizenden wooncoöperaties een onmisbare rol spelen in de strijd tegen hoge grondprijzen en ontoegankelijke private ontwikkelaars. Dankzij decennialange juridische verankering en sterke federaties slaagt de Indiase coöperatieve sector erin om zowel zelfbouwprojecten als herontwikkelingsinitiatieven te realiseren. In Kerala is zelfs een specifiek model ontwikkeld dat woningen combineert met sociale opvang, bijvoorbeeld bij overstromingen of andere rampen.

Japan kiest een ander perspectief. Daar laat de universiteitscoöperatie van Yamagata zien hoe collectief georganiseerde studentenhuisvesting niet alleen betaalbare kamers oplevert, maar ook een hechte gemeenschap stimuleert. Studenten nemen zelf verantwoordelijkheid voor beheer, ondersteuning en begeleiding, wat leidt tot een woonmodel dat praktische solidariteit koppelt aan persoonlijke ontwikkeling.

Veerkracht in het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië

In Jordanië vertelt de publicatie het verhaal van Al-Ridwan, een coöperatie die in dertig jaar tijd uitgroeide van een lokaal initiatief tot een levendig buurtanker. Met betaalbare woningen, een moskee, een school en een gemeenschapscentrum laat Al-Ridwan zien hoe wonen en collectief welzijn onlosmakelijk verbonden zijn. Ondanks hoge grondprijzen en bureaucratische hindernissen slaagde de coöperatie erin een model op te bouwen dat economische zekerheid combineert met sociale cohesie.

Indonesië zet volop in op coöperatieve initiatieven om het enorme woningtekort in Jakarta en andere steden op te vangen. Projecten zoals Kampung Akuarium tonen hoe bewoners hun rechten op grond en huisvesting succesvol kunnen opeisen en zelf duurzame wooncomplexen kunnen beheren. Ook in Sri Lanka wordt coöperatief wonen ingezet als instrument om gemarginaliseerde plantagegemeenschappen meer zeggenschap en betere leefomstandigheden te bieden.

Australië en Saudi-Arabië zoeken nieuwe paden

Australië staat op een kruispunt. Hoewel coöperatief wonen er voorlopig nog een klein segment vormt, groeit de politieke en maatschappelijke interesse snel. De Business Council of Co-operatives and Mutuals werkt aan een nationale strategie om dit model op te schalen en breder bekend te maken bij beleidsmakers. Recente studies wijzen uit dat coöperatieve huurwoningen niet alleen de betaalbaarheid verbeteren, maar ook het welzijn, de sociale netwerken en het gemeenschapsgevoel van bewoners versterken. Het streven is om de sector in de komende jaren uit te bouwen tot minstens tien procent van het sociale woningaanbod, wat een belangrijke verschuiving zou betekenen in de Australische woonmarkt.

Ook Saudi-Arabië verkent coöperatieve modellen als middel om duurzame huisvesting bereikbaar te maken voor brede lagen van de bevolking. De publicatie beschrijft hoe hervormingen in regelgeving, grondtoewijzing en financieringsmechanismen nodig zijn om coöperaties een steviger plaats te geven naast traditionele ontwikkelmodellen die vooral op commerciële schaal werken. Hoewel het nog een pril traject is, groeit het bewustzijn dat coöperatief wonen kan bijdragen aan diversificatie van de woningvoorraad, meer sociale betrokkenheid en grotere bestaanszekerheid. Steeds vaker wordt dit model er gezien als een onderdeel van de nationale ontwikkelingsdoelen en de ambities om gemeenschappen meer zelfredzaam te maken.

Democratische organisatie als rode draad

Wat al deze verhalen verbindt, is de overtuiging dat coöperaties meer zijn dan een bouwvorm. Ze zijn een manier om bewoners zelf regie te geven over hun woonomgeving. Of het nu gaat om studenten in Japan, plantagearbeiders in Sri Lanka of stadsbewoners in Indonesië, telkens blijkt dat collectieve zeggenschap leidt tot grotere betrokkenheid en een sterkere gemeenschap. De publicatie benadrukt dat coöperatief wonen altijd lokaal maatwerk vereist, maar dat de principes overal toepasbaar zijn: gedeeld eigenaarschap, democratie en solidariteit.

De kracht van deze voorbeelden ligt in hun veelzijdigheid en aanpassingsvermogen. Sommige modellen zijn kleinschalig en ontstaan vanuit buurtinitiatieven, andere opereren op stedelijk of zelfs nationaal niveau met uitgebreide netwerken en professionele ondersteuning. Wat ze gemeen hebben, is de ambitie om wonen niet over te laten aan puur commerciële logica, maar te verankeren in samenwerking, gedeeld eigenaarschap en collectieve verantwoordelijkheid. Deze projecten tonen dat coöperatief wonen niet alleen een praktische oplossing is, maar ook een culturele verschuiving naar meer verbondenheid en langetermijndenken.

Europese voorbeelden als inspiratie

Tegen deze wereldwijde achtergrond plaatst de publicatie ook de Europese pionierssteden in perspectief. In Wenen toont het Vienna Model hoe stabiele financiering en toegankelijke grondpolitiek samen een sterke coöperatieve sector dragen. Meer dan de helft van de Weense bevolking woont er in sociale of coöperatieve woningen, waardoor huurprijzen beheersbaar blijven. Zürich legt de nadruk op innovatieve financiering via obligatiefondsen en participatief ontwerp, terwijl Kopenhagen uitblinkt in duurzame bouwpraktijken en inclusieve huurmodellen.

Hoewel deze steden vaak als voorbeeld worden genoemd, waarschuwt de publicatie ervoor dat hun aanpak niet zonder meer exporteerbaar is. Elk land heeft immers zijn eigen wettelijke kaders, historische tradities en economische beperkingen, waardoor een blauwdruk zelden werkt. Toch zijn de ervaringen uit Europa een rijke inspiratiebron voor landen die coöperatief wonen willen opschalen en verankeren in beleid. Ze laten zien hoe een lange adem, politieke wil en samenwerking tussen overheid en bewoners op termijn kunnen uitgroeien tot een veerkrachtig systeem dat betaalbaar wonen structureel mogelijk maakt.

Een wereldwijd gedeelde ambitie

COOP Dialogue 8 maakt duidelijk dat coöperatief wonen wereldwijd aan terrein wint als geloofwaardig alternatief. Van de plantages in Sri Lanka tot de stedelijke wijken van Wenen en de gemeenschappen in Jakarta: overal bouwen mensen aan een andere manier van wonen. Een manier die niet draait om winstmaximalisatie, maar om solidariteit en zeggenschap. De publicatie sluit af met een oproep om internationale samenwerking te versterken, zodat kennis, beleid en inspiratie kunnen circuleren en coöperatief wonen verder kan uitgroeien tot een pijler van inclusieve stedelijke ontwikkeling.