Het Honkhuis in Leuven: een coöperatieve thuis op maat van 13 jongvolwassenen


Tijdens de openingsavond van de expo Hier wil ik wonen! in het STAM – Stadsmuseum Gent nam architect Jan Mannaerts van 360 architecten het publiek mee in het verhaal van het Honkhuis in Leuven. “Dit is een project dat ons bureau heel nauw aan het hart ligt,” vertelde hij. Het gebouw biedt een nieuwe thuis aan dertien jongvolwassenen met een mentale beperking, gerealiseerd in de Hertogensite in het centrum van de stad. Het is een voorbeeld van kwaliteitsvolle architectuur waarin zorg en wonen samengaan. Bijzonder was bovendien ook het samenwerkingsmodel, tussen een coöperatie – opgericht door de ouders van de toekomstige bewoners – een private ontwikkelaar, Resiterra, en 360 architecten, dat ook instaat voor het masterplan van de Hertogensite.

De kiem van het Honkhuis werd gelegd door een groep ouders van kinderen met een mentale beperking die elkaar leerden kennen via de school. Terwijl hun kinderen bevriend raakten, groeide ook onder de ouders een band. Ze deelden dezelfde zorgen: hoe hun kinderen later zo veel mogelijk zelfstandigheid konden opbouwen en wat er zou gebeuren wanneer mantelzorg niet langer haalbaar zou zijn. Uit die gedeelde vragen groeide een werking – Honk vzw – en uiteindelijk ook de beslissing om een coöperatie op te richten die de financiering van een eigen huis mogelijk moest maken. “Het is een uitloper van de nieuwe zorgfinanciering, waarbij mensen zelf hun budget beheren en dat op een creatieve manier hebben ingezet,” aldus Jan Mannaerts.

De rol van Resiterra

De zoektocht naar een geschikte plek bracht de oudergroep bij projectontwikkelaar Resiterra, actief op de Hertogensite in Leuven. In overleg met de stad werd bekeken of er binnen dit stadsvernieuwingsproject ruimte was voor een woonvorm die afweek van de klassieke marktlogica. Uiteindelijk werd het Honkhuis ingepland op een hoekperceel. Resiterra nam de bouw op zich via een sleutel-op-de-deurformule, maar liet tegelijk voldoende ruimte voor afstemming met de bewonersgroep. “Wij hebben samen met de ouders het programma verfijnd en de finale keuzes gemaakt, onder het toeziend oog van Resiterra die uiteraard ook het budget moest bewaken,” verduidelijkte Mannaerts.

Architecturaal vertrekt het Honkhuis van een eenvoudig maar krachtig concept: een huis met kamers. Geen anonieme instelling, maar een herkenbare woning waarin gemeenschappelijkheid en individualiteit in balans zijn. Het gelijkvloers is opgevat als een collectieve plint, met keuken, eet- en zitruimte die uitnodigen tot samenleven en contact met de buurt. Boven liggen drie verdiepingen met bewonerskamers, telkens voorzien van eigen sanitair maar zonder keuken, waardoor het gedeelde leven centraal blijft. De traphal kreeg de allure van een statige herenhuistrap, een verbindend element dat daglicht binnenbrengt en bewoners letterlijk samen naar boven leidt.

Erkers en ontmoetingsplekken

Een opvallend element zijn de erkers die de gevel ritmeren en tegelijk de kamers van de bewoners structureren. Ze zorgen voor een subtiele zonering in de kamers, die zowel als slaap- als leefruimte functioneren. Ook in de gangen creëerden de architecten kleine uitloopruimtes die bewoners de kans geven om zich terug te trekken of net activiteiten te delen. “We wilden vermijden om grote zalen te maken, maar kozen resoluut voor het idee van een huis met kamers, in alle aspecten,” zei Mannaerts. De materialiteit – een lichte zandkleurige steen – sluit aan bij de historische context van de omwallingsmuur en geeft het project de nodige graviteit.

Naast de gemeenschappelijke ruimten binnenin is er ook een collectieve buitenruimte. Hoewel aanvankelijk gedacht werd dat de bewoners vooral het verkeersvrije binnengebied van de Hertogensite zouden gebruiken, bleek er nood aan een eigen compacte tuin. Dat tuintje kwam er alsnog, een plek die de bewoners de mogelijkheid geeft om zich veilig en vertrouwd buiten terug te trekken. Bijzonder is dat medewerkers van 360 architecten er op eigen initiatief ook een tuin- en terrasontwerp voor maakten, omdat er geen budget was voor een landschapsarchitect. Het toont hoe sterk het project binnen het bureau leefde, en Mannaerts besloot zijn lezing met de hoop dat dit zorgvuldige groenontwerp alsnog kan worden uitgevoerd.

Foto © Bavo Swijgers