wie?

Ik ben kandidaat-bewoner

In de tweede helft van de twintigste eeuw waren grote groepen mensen nog in staat een eigen woning te verwerven. Dat is vandaag lang niet meer het geval. Door de groeiende ongelijkheid en de stijgende woningprijzen is het kopen van een woning steeds moeilijker geworden. Hoewel de rente historisch laag staat, moeten kopers bij hun aankoop een groot startkapitaal inbrengen. Starters, alleenstaanden of grote gezinnen zijn daardoor aangewezen op de huurmarkt, maar daar heerst schaarste en staat de kwaliteit van de woning zelden in verhouding tot de prijs.

Wooncoöperaties bieden een alternatief voor huurders die geen eigen huis kunnen of willen kopen. Voor een relatief beperkt instapbedrag kunnen kandidaat-bewoners een aandeel in de wooncoöperatie verwerven. In ruil krijgen ze een levenslang woonrecht. De huurprijs wordt bepaald op basis van de werkelijke kosten van het gebouw en is in overeenstemming met de kwaliteit van het wonen. Lees meer


Ik ben een aannemer of projectontwikkelaar

Aannemers en projectontwikkelaars beschikken over de knowhow om efficiënt, kwalitatief en betaalbaar te bouwen. Die expertise is ook voor een wooncoöperatie van groot belang. Een aannemer of projectontwikkelaar kan een wooncoöperatie ondersteunen door haar projecten te bouwen, maar een of meerdere aannemers kunnen ook overwegen om zelf een wooncoöperatie op te richten. Zo’n wooncoöperatie is dan geen ‘burgercoöperatie’, maar een ‘ondernemingencoöperatie’. In Vlaanderen bestaan er op dit moment nog geen ondernemingencoöperaties op het vlak van wonen. In Zürich is de Genossenschaft Zurlinden een succesvol voorbeeld van dit model. De bewoners zijn in deze projecten enkel huurder en geen coöperant.

De ondernemingencoöperatie vergt een heel ander businessmodel dan dat van een projectontwikkelaar of aannemer. Lees meer

 


Ik ben senior of zorgbehoevende

Mensen met een beperking hebben vandaag niet al te veel mogelijkheden om in hun huisvesting te voorzien. Mensen met een grote zorgvraag zijn aangewezen op een zorginstelling of leefgroep. Mensen met een lichtere beperking die slechts een minimale ondersteuning nodig hebben, blijven vaak langer thuis wonen.  

In Vlaanderen biedt wooncoöperatie Oak Tree Projects een oplossing aan voor mensen met een ‘lichte’ zorgvraag. De bewoners kunnen zelfstandig wonen in een individuele studio en delen tuin, leefruimte en keuken met de andere bewoners van het (cohousing)project. De financiering komt voor een deel uit hun eigen portemonnee of vanuit hun achterban. Lees meer


Ik ben een overheid

Voorbeelden van wooncoöperaties in het buitenland tonen aan dat het succes van het coöperatieve woonmodel sterk afhankelijk is van financiële, fiscale of ruimtelijke ondersteuning door nationale, regionale of lokale overheden. 

Die steun kan heel divers zijn. Overheden kunnen zich bijvoorbeeld borg stellen voor een private lening of zelf een lening verstrekken aan een voordelig tarief. Zulke leningen kopen tijd voor wooncoöperaties om de hoge opstartkost uit te vlakken over een langere periode en via stabiele huurinkomsten de lening gespreid terug te betalen.

In sommige Europese landen krijgen wooncoöperaties het voorrecht om stedelijke gronden of patrimonium te verwerven aan een correcte schattingsprijs, zonder opbod tussen concurrerende partijen. Ook geven overheden een grond of een gebouw in erfpacht, waarbij de wooncoöperatie het patrimonium voor een bepaalde periode (van 27 tot 99 jaar) mag gebruiken aan een voordelige vergoeding. Lees meer


Ik ben een erfgoedbeheerder

De zorg om ons erfgoed is een publiek goed. Veel waardevol erfgoed zoals kerken, kloosters of oude fabrieken staan vandaag leeg. Hergebruik en herbestemming, bijvoorbeeld tot een woonproject, zijn een middel om het erfgoed te bewaren voor toekomstige generaties. In het huidige, Vlaamse eigenaarsmodel wordt dit erfgoed na renovatie vaak verkocht aan meerdere particuliere wooneigenaars. Het erfgoed wordt als het ware ‘verkaveld’ in kleine eenheden en beheerd door een vereniging van mede-eigenaars. Deze formule is nefast voor een goed beheer en behoud van het erfgoed in de toekomst.

De wooncoöperatie is een manier om het erfgoed niet te versnipperen in kleine eigendommen maar het onverdeeld te laten. Dat kan op verschillende manieren. De eigenaar van het erfgoed – zij het een religieuze instelling, een overheid of een bedrijf – kan het gebouw en de grond verkopen aan de wooncoöperatie of inbrengen in ruil voor aandelen (en zo zelf coöperant worden), of kan het in erfpacht geven voor een periode van maximaal 99 jaar. De wooncoöperatie en de bewoners-coöperanten worden dan de nieuwe erfgoedzorgers. 


Ik ben een investeerder

Voor wooncoöperaties is het van groot belang om te kunnen rekenen op externe investeerders. Dat zijn coöperanten die geen bewoners zijn. Externe investeerders brengen een startkapitaal in en zorgen ervoor dat de financiële drempel voor coöperant-bewoners verlaagt. 

Het rendement van de aandelen van een wooncoöperatie kan sterk variëren. Omwille van de doelmaximalisatie van een coöperatie is het dividend steeds beperkt. Meest voorkomend in wooncoöperaties zijn dividenden van 1 tot 3% op jaarbasis. Afhankelijk van de resultaten zal de algemene vergadering elk jaar beslissen over de bestemming van het resultaat, dus ook over hoeveel dividend er wordt uitgekeerd. In sommige wooncoöperaties wordt de eerste jaren zelfs geen dividend uitgekeerd. Lees meer


Ik ben een architect

Voorbeelden van coöperatieve woonprojecten in het buitenland tonen dat de lat voor architecturale kwaliteit, duurzaamheid, diversiteit aan woningtypes en kwaliteit van buitenruimte erg hoog ligt. Zeker in Zürich zijn wooncoöperaties voorbeeldige opdrachtgevers, die streven naar kwalitatieve en zelfs vernieuwende architectuuroplossingen. Bovendien worden architecten voor deze opdrachten vaak geselecteerd op basis van een architectuurwedstrijd, georganiseerd in samenwerking met de lokale overheid. 

De architect kan een belangrijke rol spelen bij het ontwerp en de uitvoering van een coöperatief woonproject, bij het bedenken van oplossingen op maat van de doelgroepen of bij het streven naar betaalbare en duurzame technieken. Meer daar stopt de inbreng van de architect. Volgens de Belgische deontologische code mag een architect immers geen commerciële activiteiten uitoefenen en dus ook niet betrokken zijn bij de ontwikkeling van private bouwprojecten.