Veel steden willen hun naoorlogse wijken verdichten met grote aantallen nieuwe woningen. De groene en ruim opgezette tuinsteden dreigen daardoor te verstenen. Nederlands journalist, uitgever en docent Jaco Boer ging voor het online vakblad Gebiedsontwikkeling.nu naar Zürich om te kijken hoe wooncoöperaties dit soort buurten behoedzaam vernieuwen én heel veel nieuwe woonruimte toevoegen. Het oorspronkelijke karakter van de wijk blijft daarbij grotendeels behouden.
“Hoe krijgen die organisaties dat voor elkaar?” vroeg Jaco Boer zich af. Volgens hem hebben de wooncoöperaties in de eerste plaats veel respect voor de stedenbouwkundige idealen achter hun tuinstad. Hij citeert vicepresident René Nötzli van Baugenossenschaft Glattal Zürich (BGZ): “We willen het groene en open karakter van de wijk behouden.” Hij legt uit dat de organisatie daarom vasthoudt aan het principe van de strokenbouw, wat ook handig is om hittestress tegen te gaan, omdat de wind gemakkelijker door de wijk heen kan waaien.
Bouwbeperkingen
Ook de Familienheim-Genossenschaft Zürich (FGZ) zit op dezelfde lijn, stelt Jaco Boer vast. Bij de vernieuwing van haar tuinstad Friesenberg, met ruim 2.200 woningen, moeten de bestaande structuren van de wijk zoveel mogelijk worden gerespecteerd. “Nieuwbouw mag niet al te hoog worden en het optoppen van bestaande complexen of het bouwen van extra woningen tussen de gebouwen is taboe,” aldus Boer, die benadrukt dat deze uitgangspunten zijn vastgelegd in een masterplan dat in samenwerking met de gemeente en de leden is opgesteld.
Vernieuwingsproject
Boer vervolgt dat, ondanks deze beperkingen, de wooncoöperatie verwacht om tot 2050 zeker 500 tot 700 extra woningen in de wijk te kunnen bouwen. Dit is volgens hem geen fata morgana: “In het eerste vernieuwingsproject werden onlangs 64 kleine en slecht geïsoleerde familiewoningen vervangen door 155 moderne rijtjeswoningen, maisonnettes en bescheiden appartementen voor alleenstaanden en stellen zonder kinderen.” Boer voegt eraan toe dat de nieuwbouw twee tot drie keer zo hoog is als de oudbouw, maar zich met zijn houten, licht gekromde gevels aan brede straten moeiteloos in de groene wijkstructuur voegt.
Kwaliteit voorop
Jaco Boer identificeert nog twee andere redenen waarom de wooncoöperaties voor een behoedzame verdichting kiezen. Ten eerste, stelt hij, hoeven de non-profit verhuurders het woningaantal niet tot het maximum op te voeren om uit de kosten te komen, dankzij hun gezonde financiële positie. “De kwaliteit van een project staat daarom voorop,” zegt Boer. Daarnaast benadrukt hij dat de leden van de coöperaties het laatste woord hebben over de sloop-/nieuwbouwplannen: “Projecten die het karakter van de wijk teveel op zijn kop zetten, worden simpelweg weggestemd.” En dat is volgens Jaco Boer meteen de derde factor waarom het in Zürich wél lukt om tuinsteden behoedzaam te verdichten: het is ook de keuze van de bewoners zelf.
Lees het volledige artikel van Jaco Boer op Gebiedsontwikkeling.nu.
Foto © Jaco Boer