Duolezing van Peggy Totté en Juliane Greb gemist? Bekijk ze hier!


Tijdens de openingsavond van de tentoonstelling Hier wil ik wonen! in C-mine, Genk, gaven architect en curator Peggy Totté en architect Juliane Greb een inspirerende duolezing over coöperatief wonen. Ze belichtten zowel de Vlaamse context als een internationaal voorbeeld: het woonproject San Riemo in München. Beide sprekers lieten zien hoe coöperatief wonen kansen biedt voor betaalbare en kwalitatieve huisvesting met oog voor gemeenschapsvorming en duurzaamheid. Wie de lezing wil herbekijken, kan dat hieronder of op de website van Architectuurwijzer. De tentoonstelling Hier wil ik wonen! is nog tot 1 juni te bezichtigen en biedt een uitgebreide blik op coöperatieve woonprojecten in Vlaanderen en daarbuiten.

Peggy Totté, als curator van de tentoonstelling, zette in haar lezing de architecturale vertaling van het coöperatieve gedachtegoed centraal. Ze schetste hoe architecten een cruciale rol kunnen spelen in de ontwikkeling van wooncoöperaties en hoe dit model historisch gegroeid is, van de tuinwijken tot de hedendaagse projecten in Vlaanderen en Europa. Doorheen diverse voorbeelden toonde ze aan hoe coöperatief wonen niet enkel een economische, maar ook een maatschappelijke meerwaarde genereert.

Flexibele woontypologieën

Juliane Greb bracht vervolgens haar eigen ervaring als architect van het woonproject San Riemo in München. Dit project, gerealiseerd door haar kantoor Büro Juliane Greb in samenwerking met Summacumfemmer, geldt als een schoolvoorbeeld van een volwassen coöperatief opdrachtgeverschap in Duitsland. Ze lichtte toe hoe de bewoners vanaf het begin betrokken werden bij het ontwerp en hoe het project drie ambities combineert: bouwen voor en met bewoners, een gemengde gemeenschap nastreven en een langetermijnvisie hanteren.

In haar lezing ging Greb dieper in op de flexibele woontypologieën die binnen San Riemo werden ontwikkeld. De appartementen zijn niet strikt volgens traditionele gezinsstructuren ontworpen, maar laten verschillende woonvormen toe, met ruimtes die kunnen worden gedeeld of aangepast naargelang de behoeften van de bewoners. Dit draagt niet alleen bij aan een dynamisch gebruik van de ruimte, maar bevordert ook de levenskwaliteit en sociale interactie binnen het gebouw.

Stedelijke meerwaarde

Een ander opvallend aspect van San Riemo is de manier waarop de collectieve ruimten zijn geïntegreerd in de wijk. De gelijkvloerse verdieping bevat geen woonunits, maar fungeert als een open en herkenbare plek met gemeenschappelijke ruimtes voor de bewoners en een jeugdorganisatie die ook toegankelijk is voor de buurt. Dit toont aan hoe coöperatief wonen verder kan reiken dan de eigen gemeenschap en een meerwaarde kan betekenen voor de bredere stedelijke context.

De duolezing van Totté en Greb maakte duidelijk hoe coöperatief wonen niet alleen een oplossing kan zijn voor betaalbaar wonen, maar ook voor kwalitatieve en innovatieve architectuur. Architecten kunnen hierin een sleutelrol spelen door woonprojecten te ontwerpen die inspelen op de veranderende woonbehoeften en de sociale cohesie versterken. San Riemo bewijst dat coöperatief wonen niet enkel een utopisch ideaal is, maar een realistisch en duurzaam woonmodel dat ook in Vlaanderen verder ontwikkeld kan worden.