Wat kan het coöperatief model betekenen voor de Belgische begijnhoven? De Impact Factory in Mechelen, een coöperatieve Stadsmakersfonds-plek, hostte recent een workshop met steden, gemeenten, bewoners en bestuurders van begijnhoven in het kader van het Leertraject Coöperatieve Woonprojecten.
Concrete aanleiding voor deze workshop rond de potentiële match tussen begijnhoven en coöperatief wonen is enerzijds het haalbaarheids- en herbestemmingsonderzoek dat Miss Miyagi uitvoert voor het Sint-Alexiusbegijnhof in Dendermonde. Daarnaast is er ook het pilootproject in Lier binnen het Leertraject Coöperatieve Woonprojecten, waar de stad, begeleid door Architectuurwijzer, onderzoekt hoe vijf erfgoedwoningen, gelegen in een beschermd stadsgezicht tegenover het begijnhof, kunnen worden ingebracht in een nieuw op te richten coöperatie.
Begijnhof = wooncoöperatie?
Waar ligt het raakvlak tussen wooncoöperaties en begijnhoven Deze vraag stond centraal tijdens de workshop. Een duik in de geschiedenis van dit unieke erfgoed leert dat een begijnhof eigenlijk al een soort wooncoöperatie was. In ruil voor een som geld, mocht een begijn haar eigen huis bouwen of in een bestaande woning intrekken zonder dat ze individueel eigenaar was. En zo ging het ook bij de generaties begijnen die erna kwamen.
Restauratiestrategie
De juridische structuur van een wooncoöperatie draagt volgens Miss Miyagi, Architectuurwijzer en andere deelnemers aan de workshop bij tot de herwaardering én opwaardering van het erfgoed. De potentiële meerwaarde om begijnhoven te benaderen als een (hedendaagse) wooncoöperatie is dan ook groot. Zo is er geen verkaveling van gehelen (zowel juridisch als planmatig) en is er sprake van een collectieve ontwikkeling en dus ook een uniforme restauratiestrategie. Volgens Peggy Totté van Architectuurwijzer is er met deze workshop dan ook een boeiende weg ingeslagen. Michiel Van Balen van Miss Miyagi beaamt: “Soms is een idee zo logisch en krachtig dat je er niet niet voor kan gaan.”