Het schepencollege van Knokke-Heist heeft groen licht gegeven voor de verdere ontwikkeling van een wooncoöperatie in overeenstemming met het door ectv architecten ontworpen plan en het bijbehorende financieel model. Dit maakte Stefaan Keirse, diensthoofd Wonen van de kustgemeente, recent bekend.
De oprichting van een wooncoöperatie in Knokke-Heist, voorgesteld in het woonbeleidsplan van 2020, beoogt betaalbaar wonen aan te bieden door de voordelen van kopen en huren te combineren. Na een positieve respons op een woonenquête in 2020/2021, is een terrein in de wijk Heulebrug toegewezen voor ontwikkeling. Na een architectuurwedstrijd en diverse infovergaderingen in 2022, is een groeiende belangstelling omgezet in concrete voorbereidingen om in 2023 kandidaat-bewoners aan te trekken.
Belangrijke steun wordt verleend door de provincie West-Vlaanderen bij de oprichting en financiering van het project. Verdere gesprekken met banken en investeerders hebben de financiële haalbaarheid van het project bevestigd. Ook de provincie West-Vlaanderen toont steun. Het project geniet lokaal van positieve reacties, zoals tijdens de tentoonstelling Horizon 8300 en een buurtvergadering waarin de beslissing om het gebouw te beperken tot drie bouwlagen en de buurtgerichte handelsruimte goed werden ontvangen.
Eerste kandidaat-bewonersgroep
Ondanks het feit dat er nog geen uitgebreide communicatiecampagne werd gevoerd rond de wooncoöperatie zijn ondertussen al 32 gezinnen lid van de coöperatie, waarbij deze ook al een financieel engagement zijn aangegaan. De gemeente stelt bovendien tevreden vast dat de eerste kandidaat-bewoners zo goed als allemaal beantwoorden aan het beoogde profiel: gezinnen en/of mensen die een band hebben met de gemeente.
Stefaan Keirse benadrukt dat alle stappen die tot nu toe zijn gezet om de wooncoöperatie op te richten, stappen in de goede richting zijn gebleken: “Uit alle informatie die we nu hebben blijkt dat het wonen via het systeem van een coöperatie in een dure vastgoedmarkt als Knokke-Heist wel degelijk een zinvolle plaats heeft.” Ondertussen gaat het ontwerptraject voort, met aandacht voor de invulling van de handelsruimte in samenwerking met lokale diensten.